Vandaag kunnen we al betalen met cash, kaarten, PayPal, de smartphone, een armband en ga zo maar door. Als het van de Europese Centrale Bank afhangt, komt daar wellicht nóg iets bij: de digitale euro. Ontdek waarom dat geen gek idee is.
Na de financiële crisis (2007-2008) mopperde Paul Volcker, het voormalige hoofd van de Amerikaanse centrale bank, dat de geldautomaat de laatste nuttige innovatie van de financiële wereld was. Ruim tien jaar later hebben technologische innovaties de financiële wereld ondertussen grondig veranderd. Cryptomunten vertegenwoordigen vandaag een markt van honderden miljarden euro. Beleggen met wisselgeld of stukjes van aandelen kopen: ook dat kan. Bankieren doen we meer dan ooit op onze smartphone. En betalen in de supermarkt? Dat kan contactloos met een NFC-horloge of -ring in plaats van met een bankkaart.
De komende jaren volgt er wellicht nog een revolutie door de introductie van CBDC’s (Central Bank Digital Currencies) of govcoins (government coins). Zeg maar de digitale variant van de euro of dollar. Deze govcoins zijn een nieuwe incarnatie van geld en worden door een centrale bank (of overheid) uitgegeven. U zou uw e-euro’s dan rechtstreeks bij de Europese Centrale Bank kunnen beheren, op dezelfde manier zoals u vandaag al doet met de app of het online platform van uw bank. Uw geld zou bewaakt worden door de Europese Centrale Bank, en niet langer door een commerciële bank.
Al meer dan 50 monetaire autoriteiten onderzoeken vandaag digitale munten. De centrale bank van de Bahama's geeft al digitaal geld (sand dollar) uit die dezelfde waarde heeft als de Bahamaanse dollar. China rolde haar proefproject met de e-yuan al uit naar meer dan 500.000 mensen en wil dat atleten en bezoekers tijdens de winterspelen van 2022 gebruik kunnen maken van deze digitale munt. Ook de EU, Groot-Brittannië en de VS voeren momenteel onderzoek naar een digitale versie van respectievelijk de euro, het Britse pond en de Amerikaanse dollar.
Hoewel ze voor een stuk op dezelfde technologie gebouwd kunnen zijn, verschillen govcoins of CDBC’s fundamenteel van cryptomunten: de prijzen van cryptomunten zoals Bitcoin schommelen veel, waardoor ze moeilijk als betaalmiddel of rekeneenheid te gebruiken zijn. Bovendien is er geen overheidsinstelling die ze ondersteunt of toezicht op houdt. De oorspronkelijke gedachte achter cryptomunten was juist om centrale banken en overheden overbodig te maken. Bij govcoins trekken centrale banken en overheden het laken weer naar zichzelf toe.
Een van de drijfveren voor overheden en centrale banken is de angst om de controle te verliezen. Vandaag gebruiken centrale banken het banksysteem om het monetaire beleid te versterken en te overzien. Als betalingen, deposito's en leningen van banken naar allerhande andere spelers migreren (zeg maar de Amazons van deze wereld), zullen centrale banken het moeilijk krijgen om de economie te sturen, aan prijsstabiliteit te werken en tijdens een crisis geld in het systeem te pompen. Commerciële ecosystemen zonder toezicht zouden ook tot een wildwest van fraude en privacymisbruik kunnen leiden.
De andere reden waarom zoveel centrale banken aan digitale munteenheden werken is om een beter financieel systeem te bouwen. Idealiter is geld een betrouwbare opslagplaats van waarde, een stabiele rekeneenheid en een efficiënt betaalmiddel. Maar dat is niet altijd en overal het geval. Banken kunnen failliet gaan en bankdiensten zijn niet altijd gratis. Govcoins zouden meer zekerheid kunnen brengen, omdat ze door de staat en centrale banken worden gegarandeerd en gebruik maken van één uniform banksysteem. Digitale overheidsvaluta's zouden ook voor overheden handig kunnen zijn, om bijvoorbeeld onmiddellijke betalingen aan burgers te doen. En voor de consument is er de aantrekkingskracht van een gratis, veilig, snel en universeel betaalmiddel.
Het is echter die aantrekkingskracht die ook gevaren creëert. Zonder beperkingen zouden govcoins snel een dominante rol kunnen spelen in de financiële wereld. Ze zouden commerciële banken kunnen destabiliseren, want als de meeste mensen en bedrijven hun geld bij de centrale banken stallen, zouden kredietverstrekkers andere financieringsbronnen moeten vinden om hun leningen mee te dekken. Als de retailbanken uitgekleed zouden worden, zou iemand anders de leningen moeten verstrekken. Dit roept het akelige vooruitzicht op van bureaucraten die krediettoewijzingen beïnvloeden.
Govcoins zouden ook een manier kunnen worden om burgers te controleren. Denk aan onmiddellijke e-boetes voor ‘slecht gedrag’. Of stel dat een regering het onmogelijk maakt om bepaalde goederen (bijvoorbeeld boeken) te kopen met govcoins. In kleine landen zouden mensen, in plaats van het lokale geld te gebruiken, kunnen overschakelen op buitenlandse munten, met destabilisatie in eigen land tot gevolg.
Na een verkennende fase zette de Europese Centrale Bank (ECB) recent het licht op groen om verder onderzoek te doen naar een digitale euro. Dat onderzoek moet tegen het najaar van 2023 rond zijn, en de springplank zijn om tot een eventuele lancering over te gaan.
Centrale banken geven geld uit, en in de eurozone doet de ECB dit. De ECB kan nooit zonder euro’s komen te zitten. Dat is niet het geval bij commerciële banken. Als zo’n commerciële bank omvalt, kan u uw geld verliezen, hoewel een deel wel beschermd is. Met een digitale euro hoeven consumenten minder bang te zijn dat ze hun geld verliezen. De afgelopen jaren is de rol van contant geld bovendien steeds kleiner geworden. Ook daarom denkt de ECB na over een digitale euro.
Consumenten kunnen vandaag al op 101 manieren afrekenen. Maar toch kan de e-euro een waardevolle aanvulling zijn. In sommige landen - ook in Europa - is het betalingsverkeer nog relatief traag en duur. Een e-euro zou dit kunnen verlichten. Daarnaast wil de ECB voorkomen dat we afhankelijk worden van een digitale munt die buiten Europa wordt uitgegeven. Nu al verwerken de Amerikaanse bedrijven MasterCard en Visa het overgrote deel van de kredietkaarttransacties binnen Europa. En ook Facebook heeft (nog steeds) plannen voor een digitale munt.
De digitale euro moet garanderen dat alle burgers in de eurozone kosteloos toegang krijgen tot een eenvoudig, universeel aanvaard, veilig en vertrouwd betaalmiddel. De digitale euro zou nog steeds een euro zijn: net als bankbiljetten, maar dan digitaal. Het lijkt er op dat de onzichtbare ‘achterkant’ van de digitale euro bij de ECB in Frankfurt zou zitten. De ‘voorkant’ (apps, klantenservice) zou dan verzorgd worden door commerciële partijen.
Een digitale euro zou contant geld niet vervangen, maar veeleer aanvullen. De ECB zal wellicht ook een bovengrens stellen aan het aantal digitale euro’s dat particulieren mogen bezitten, om te vermijden dat commerciële banken uitgehold worden. ECB-directielid Fabio Panetta opperde eerder dit jaar dat de ECB een bovengrens van 3.000 euro overweegt.
Of er een e-euro komt, wordt pas ten vroegste in 2023 beslist. Nadien kan het nog enkele jaren duren voordat het systeem helemaal uitgerold is en alle neuzen in dezelfde richting staan. De bescherming van de persoonlijke levenssfeer wordt voor de ECB naar eigen zeggen een belangrijke prioriteit.
Heeft u een vraag voor ons? We bellen u graag op een ogenblik dat het u uitkomt.
Maak een afspraak