Of we al dan niet sparen, zou rechtstreeks te maken hebben met onze moedertaal. Een vreemde gedachte, maar niet zo vergezocht.
Een behavioristisch econoom van de prestigieuze Amerikaanse universiteit Yale heeft het uitgezocht: onze moedertaal beïnvloedt de manier waarop wij met geld omgaan en dus ook onze neiging om meer of minder te sparen.
Volgens Keith Chen is de kans dat iemand spaart groter bij personen van wie de moedertaal geen grammaticaal onderscheid maakt tussen heden en toekomst. Als iemand in de tegenwoordige tijd over de toekomst kan spreken, dan spaart hij ook meer. Dit is vooral opvallend in het Duits.
Terwijl een Fransman “il pleuvra demain” (het zal morgen regenen) zegt, gebruikt een Duitser “morgen regnet es” (of morgen regent het). De verschillende manier om de toekomst voor te stellen, leidt volgens de onderzoeker ook tot een ander gedrag. Keith Chen heeft het over “Future Time Reference” (FTR). Hoe sterker de FTR in een bepaalde taal – zoals in het Engels, Frans, Spaans, Italiaans, Grieks en Russisch, om maar deze te noemen – hoe minder iemand spaart. Omgekeerd zullen mensen met een zwakke FTR in hun taal (Duits, maar ook Nederlands, Japans, Zweeds en Mandarijnenchinees) meer geneigd zijn om te sparen.
In een van zijn uitzendingen vermeldt Radio Télé Suisse (RTS) dat een businessschool in Sjanghai de theorie van Keith Chen op de bedrijfswereld heeft toegepast. De resultaten lopen mooi gelijk met deze van het individueel sparen. In regio’s met talen met een zwakke FTR houden bedrijven gemiddeld 40% meer reserves aan dan in regio’s waar de moedertaal een sterke FTR heeft.
Heeft u een vraag voor ons? We bellen u graag op een ogenblik dat het u uitkomt.
Maak een afspraak