Zakgeld helpt kinderen keuzes te maken, te sparen en te leren wachten op dingen die ze willen hebben. Maar hoeveel zakgeld geef je precies? Vanaf welke leeftijd? En kan je hen ook met geld leren omgaan zónder zakgeld te geven?
Zakgeld is leergeld. Al het zakgeld aan snoep uitgeven... om dan in te zien dat er geen geld meer is voor die speelgoedrobot die ze al lang willen: dat is een onschatbare les voor een kind. Zo’n proefondervindelijke ervaring doen ze beter als 7-jarige op, dan als volwassene.
Met zakgeld kunnen kinderen stap voor stap financiële competenties onder de knie krijgen. Die kunnen later van pas komen als ze uitgaven of investeringen doen die wel een grotere impact hebben op hun leven, zoals het kopen van een huis of het oprichten van een bedrijf.
Let wel, zakgeld is geen wondermiddel dat kinderen later altijd behoedt voor financiële flaters. Zakgeld geven ziet u best als onderdeel van een ruimere financiële opvoeding.
Nee. Niet elke ouder heeft de budgettaire ruimte om zakgeld te geven. Bovendien zijn er ook andere manieren om kinderen waardevolle ervaringen met geld te laten opdoen: samen een boodschappenlijstje opstellen, prijzen vergelijken in de supermarkt of in reclamefolders, een vakantiejob doen, meehelpen bij het opstellen van een gezinsbudget, enzovoort.
Of zakgeld echt leergeld wordt, hangt af van de omkadering en afspraken die u maakt. Het volstaat niet om elke week of maand uw portefeuille boven te halen. Er af en toe over praten en begeleiding bieden (Hoeveel heb je al? Wat denk je ermee te doen? Wat doen je vrienden met hun zakgeld? Hoe lang hou je het bij? Wat zou je nooit kopen met je zakgeld en waarom? …) is even belangrijk als het geven zelf.
U hoeft het niet (altijd) eens te zijn met elke uitgave. Precies door fouten te maken én daarover te praten leren kinderen het meest bij. Stel bepaalde grenzen (bijvoorbeeld geen kauwgom of Pokémonkaarten kopen met zakgeld), maar laat ze binnen die grenzen experimenteren. Grijp niet altijd meteen in. Hoeveel ‘fouten’ uw kind ook maakt: een euro verloren is meestal een ervaring of inzicht gewonnen.
Bij een kind van 3 jaar verdwijnt zakgeld vaak in een potje (of tussen het speelgoed). Beginnen met zakgeld doet u best als u kind al wat kan rekenen, het concept van geld begrijpt en/of interesse in geldzaken toont. In de praktijk beginnen ouders daarom meestal met zakgeld geven rond 5 of 6 jaar. Aanvankelijk zullen kinderen hun zakgeld vaak meteen willen uitgeven. Met de tijd zullen ze ook inzien dat je grotere zaken kan kopen als je spaart.
Starten doet u best met kleinere bedragen. Die kan u met het ouder worden beetje per beetje opbouwen. U kan bijvoorbeeld elk jaar het bedrag verhogen en dan eventueel nieuwe afspraken vastleggen. Hoe meer zakgeld uw kind krijgt, hoe meer verantwoordelijkheden u best overdraagt.
Als uw kind het zakgeld vrij mag uitgeven, dan zal het bedrag anders zijn dan wanneer uw kind ook kledij, abonnementen, lunch, … moet betalen met het zakgeld. Hoeveel u geeft, hangt ook af van wat u zelf schappelijk vindt, van uw gezinsbudget en hoe matuur uw kind is.
Het laatste grootschalige onderzoek door Wikifin dateert ondertussen van 2016 (u rekent er dus best ongeveer 10% inflatie bij). De bedragen zijn gemiddelden:
Leeftijd | Zakgeld per maand |
6-7 jaar | Minder dan 5 euro |
8-9 jaar | 5 tot 9 euro |
10-11 jaar | 10 tot 19 euro |
12-13 jaar | 10 tot 39 euro |
14-15 jaar | 19 tot 39 euro |
16-17 jaar | 39 tot 99 euro |
18-19 jaar | 99 tot 149 euro |
20-21 jaar | 99 tot 149 euro |
22-23 jaar | 99 tot 149 euro |
24+ jaar | 100 tot 199 euro |
Kinderen krijgen zakgeld de eerste jaren vaak contant. Dat maakt het veel tastbaarder. Maar als ze wat ouder zijn, kan u overschakelen naar een eigen rekening en eventueel een bankkaart. De mogelijkheden (online en/of app, ouderlijk toezicht, ...) en minimum instapleeftijd zijn afhankelijk van bank tot bank.
Dat kan, al is het goed om zakgeld niet afhankelijk te maken van het al of niet uitvoeren van huishoudelijke karweien. Wil u uw kind eens belonen voor een taak of klusje, noem dit dat karweigeld of klusgeld.