Vanaf 22 december gaan de spaarrentes bij NIBC Direct weer omhoog, en dat is goed nieuws voor u als spaarder. Maar wat betekent een renteverhoging precies op fiscaal vlak?
Op de inkomsten van een spaarrekeningen betaalt u soms belastingen, ook wel roerende voorheffing genoemd. Of u belastingen betaalt, hangt af van de rekening en hoeveel de renteopbrengsten bedragen. Want op sommige spaarrekeningen betaalt u altijd roerende voorheffing op de renteopbrengsten, en bij andere spaarboekjes pas vanaf een bepaalde grens:
Als u op uw renteopbrengsten belasting betaalt, dan bent u hierop 15% of 30% belasting verschuldigd.
Bij NIBC Direct wordt de belasting zelf ingehouden (‘aan de bron’) en meteen aan de fiscus bezorgd, zowel op de gereglementeerde als op de niet-gereglementeerde spaarrekeningen. In principe hoeft u dus niets aan te geven, maar er zijn uitzonderingen als u meerdere spaarrekeningen heeft (zie verder).
Voor niet-gereglementeerde rekeningen maakt dat geen verschil uit. Het belastingtarief blijft 30%, ongeacht of de rekening individueel of gemeenschappelijk is.
Bij gereglementeerde spaarrekeningen ligt dat anders, omdat er op deze rekeningen een fiscale vrijstelling is vastgelegd. Staat de rekening op naam van twee gehuwden of wettelijk samenwonenden, dan telt die vrijstelling dubbel. Dat betekent dat de renteopbrengsten van u en uw partner tot 1.960 euro vrijgesteld zijn van belastingen (2x 980 euro).
Heeft u een gemeenschappelijke gereglementeerde spaarrekening met iemand anders, zoals bijvoorbeeld uw feitelijk samenwonende partner? Dan kan u bij NIBC Direct een dubbele vrijstelling aanvragen, via dit aanvraagformulier.
Let op: als de dubbele fiscale vrijstelling van toepassing is op uw gemeenschappelijke rekeningen, betekent dat niet dat deze vrijstelling bovenop de vrijstelling komt die u krijgt voor uw individuele rekeningen. Anders gezegd: de limiet is 980 euro per persoon, ongeacht of dit individuele of gemeenschappelijke rekeningen zijn.
Bij niet-gereglementeerde rekeningen van NIBC Direct wordt de roerende voorheffing in meteen afgehouden zodat u deze renteopbrengsten niet hoeft aan te geven in uw belastingaangifte. Bij gereglementeerde spaarrekeningen kan dat anders zijn als u meerdere spaarrekeningen heeft.
Elke bank bekijkt elke gereglementeerde spaarrekening namelijk afzonderlijk. Als u dus verschillende spaarrekeningen heeft (bij één bank of bij verschillende), zal u zelf de optelsom van de renteopbrengsten moeten maken.
Voorbeeld 1: u heeft 3 individuele gereglementeerde spaarrekeningen
(vrijstelling van de fiscale drempel is overal toegepast)
Rekening 1 Bank A |
Rekening 2 Bank A |
Rekening 3 Bank B |
|
Rente die u ontving | 1.000 euro | 1.500 euro | 2.000 euro |
Vrijstelling die van toepassing is | 980 euro | 980 euro | 980 euro |
Renteopbrengst waarop de bank al roerende voorheffing afhield | 20 euro | 520 euro | 1.020 euro |
In bovenstaand voorbeeld verwierf u op uw gereglementeerde spaarrekeningen in totaal 4.500 euro renteopbrengsten. Omdat u op elke rekening meer rente ontving dan de fiscale drempel, trok de bank voor elke rekening de vrijstelling van 980 euro af. U kreeg dus 3 keer de vrijstelling (3 x 980 euro = 2.940 euro), terwijl u slechts recht heeft op een eenmalige totale vrijstelling van 980 euro.
Op de twee schijven van 980 euro (2 x 980 euro = 1.960 euro) betaalde u dus nog geen roerende voorheffing. Dat bedrag moet u dan zelf aangeven in uw belastingformulier, bij de code 1151. Hierop zal u dan 15% belasting betalen.
Voorbeeld 2: u heeft 3 gemeenschappelijke gereglementeerde spaarrekeningen
(vrijstelling van de fiscale drempel is deels toegepast)
Rekening 1 Bank A |
Rekening 2 Bank A |
Rekening 3 Bank B |
|
Rente die u ontving | 1.000 euro | 1.500 euro | 2.000 euro |
Vrijstelling die van toepassing is | 1.960 euro | 1.960 euro | 1.960 euro |
Renteopbrengst waarop de bank al roerende voorheffing afhield | 0 euro | 0 euro | 40 euro |
We nemen even opnieuw het eerste voorbeeld erbij, maar bekijken het deze keer vanuit het standpunt van een gemeenschappelijke spaarrekening. U en uw partner hebben recht op een dubbele vrijstelling van 1.960 euro. Op de eerste en tweede rekening lagen uw renteopbrengsten lager dan deze drempel, en werd er daarom geen belasting berekend. Op de derde rekening ontving u meer rente dan de fiscale vrijstellingsdrempel, en hield de bank daarom op 40 euro (2.000 euro - 1.960 euro) al 15% belasting af.
Maar u en uw partner ontvingen in totaal 4.500 euro aan rente op de 3 spaarrekeningen samen. Dat betekent dat jullie belasting hadden moeten betalen op 2.540 euro (4.500 euro – 1.960 euro), in plaats van enkel op 40 euro. U moet daarom nog 2.500 euro (2.540 – 40 euro) aangeven in uw belastingaangifte, bij code 2151. Op dat bedrag wordt 15% afgehouden.
Voorbeeld 3: u heeft 3 individuele gemeenschappelijke rekeningen
(vrijstelling van de fiscale drempel is niet toegepast)
Rekening 1 Bank A |
Rekening 2 Bank A |
Rekening 3 Bank B |
|
Rente die u ontving | 500 euro | 600 euro | 100 euro |
Vrijstelling die van toepassing is | 980 euro | 980 euro | 980 euro |
Renteopbrengst waarop de bank al roerende voorheffing afhield | 0 euro | 0 euro | 0 euro |
Stel dat u 3 gereglementeerde rekeningen heeft bij 2 verschillende banken: op de ene rekening ontving u 500 euro renteopbrengsten, op een andere 600 euro en op een derde 100 euro. U heeft dus in totaal meer dan 980 euro aan renteopbrengsten ontvangen, maar toch hebben de banken geen roerende voorheffing ingehouden omdat geen van de 3 rekeningen de vrijstelling overschreed.
Daarom moet u een deel van uw renteopbrengsten aangeven in uw belastingaangifte, namelijk 220 euro (600 euro + 500 euro + 100 euro - 980 euro). Op dat bedrag houdt de fiscus 15% roerende voorheffing in.
Ontvangen uw minderjarige kinderen rente op het spaargeld van hun gereglementeerde spaarrekening(en)? Deze renteopbrengsten vallen in dezelfde fiscale korf als de renteopbrengsten van de gereglementeerde spaarrekeningen van hun ouders (of elke ouder de helft, bijvoorbeeld bij een scheiding of wanneer ze feitelijk samenwonend zijn). Overschrijdt u dus met uw renteopbrengsten samen de grens voor de vrijstelling, dan zal u ook hier het verschil moeten aangeven in uw belastingen.
Hoewel u recht heeft op 980 euro aan belastingvrije renteopbrengsten op uw gereglementeerde spaarrekeningen (1.960 euro op uw gemeenschappelijke spaarrekeningen), kan u ook kiezen om de drempel niet te laten toepassen op (sommige van) uw spaarrekeningen. Dat kan interessant zijn als u weet dat u meer dan 980 euro aan renteopbrengsten zal ontvangen, maar de vrijstelling niet correct zal worden afgehouden, zoals in één van de voorbeelden hierboven.
Nemen we het tweede voorbeeld, dan kan u vragen aan bank A om zowel op rekening 1 als 2 de roerende voorheffing af te houden. Op die manier hoeft u niets aan te geven in uw belastingaangifte. Wil u dat principe toepassen op (een deel van) uw spaarrekeningen bij NIBC Direct? Dan kan u dat laten weten via dit formulier.
Het fiscaal stelsel is niet de enige criteria om rekening mee te houden bij uw keuze tussen een gereglementeerde of niet-gereglementeerde rekening. Het rendement telt evenzeer, net als uw spaarhorizon: wil u de flexibiliteit dat uw spaargeld meteen beschikbaar is, of kan u uw spaargeld langere periode missen? Enkele mogelijkheden:
Heeft u een vraag voor ons? We bellen u graag op een ogenblik dat het u uitkomt.
Maak een afspraak