Het wettelijk pensioen volstaat voor de meeste Belgen niet om comfortabel van te leven. Wil u na uw loopbaan graag dezelfde levensstandaard behouden, dan is het bijna een must om een bijkomend pensioen op te bouwen. Wat zijn de mogelijke bouwstenen en wat zijn potentiële struikelstenen?
Het pensioenstelsel steunt op 4 zogenaamde pijlers. Dat betekent dat er 4 manieren zijn om een pensioen op te bouwen.
De eerste pijler is het pensioen dat u van de overheid krijgt, ook wel het wettelijk pensioen genoemd. De hoogte van het maandelijkse bedrag dat u krijgt, hangt onder meer af van uw statuut (ambtenaar, zelfstandige, werknemer – al of niet gemengd), uw gezinssituatie, het aantal jaren dat u werkte en het inkomen dat u verwierf. Dit pensioen wordt geïndexeerd: naarmate goederen en diensten duurder worden, stijgt ook het wettelijk pensioen.
In de tweede pijler zit het aanvullend pensioen. Dat is een ‘extra’ pensioen bovenop het wettelijke pensioen dat u kan opbouwen als onderdeel van uw loopbaan:
Een aanvullend pensioen is populair: zo'n 80% van de beroepsbevolking bouwt op deze manier een aanvullend pensioen op. Het beheer van dit aanvullend pensioen gebeurt door een pensioeninstelling: dit kan een verzekeringsonderneming zijn (men spreekt dan over een groepsverzekering) of een pensioenfonds (ook instelling voor bedrijfspensioenvoorziening, of IBP, genoemd). Op MyPension.be kan u de stand van uw aanvullend pensioen opvolgen (op basis van 1 januari van ieder jaar). Pensioeninstellingen hebben tot 31 augustus de tijd om de correcte stand mee te delen; de stand op 1 januari 2022 is daarom mogelijk niet volledig.
De pensioeninstelling belegt de ontvangen bijdragen, zorgt ervoor dat uw pensioenrechten correct worden berekend en betaalt het bedrag uit als u met pensioen gaat. Hou er rekening mee dat de bedragen in MyPension.be brutobedragen zijn. Er worden nog belastingen en sociale bijdragen afgehouden.
De derde pijler omvat alle formules waarmee u zelf een aanvullend pensioen kan opbouwen op een fiscaal voordelige manier.
Met pensioensparen kan u extra kapitaal aanleggen voor uw oude dag. U wordt daarvoor ook fiscaal beloond: tot het jaar waarin u 64 jaar wordt mag u jaarlijks tot 990 euro sparen aan een belastingvermindering van 30%, of tot 1.270 euro aan een belastingvermindering van 25% (voor inkomstenjaar 2022). Er zijn 2 verschillende manieren om aan pensioensparen te doen:
Bij een tak 21-verzekering bent u zeker van een minimaal rendement. U weet welke rente u zal krijgen op elke storting die u doet. Een verzekeraar kan u aanvullend ook laten meegenieten in de winst indien de verzekeraar erin slaagt om uw stortingen met winst te herbeleggen en zijn financiële toestand dat toelaat. Een tak 21-verzekering is bovendien beschermd door het Garantiefonds.
Bij een tak 23-verzekering gaat de verzekeraar uw stortingen beleggen in beleggingsfondsen. De opbrengst is in dit geval afhankelijk van de financiële markten en kan dus meer opbrengen dan een tak 21-product, maar evengoed veel minder als de financiële markten tegenwerken. Uw geld is bovendien niet beschermd door het Garantiefonds.
Er bestaan ook verzekeringsformules die tak 21 en tak 23 combineren. De premie wordt dan op basis van een gewicht verdeeld tussen het minder risicoloze luik (tak 21) en de fondsen (tak 23). Tak 44 wordt vaak gebruikt als commerciële naam voor dit type verzekeringsproduct. Dit type product valt ook niet onder de bescherming van het Garantiefonds.
Met langetermijnsparen bouwt u een extra pensioenkapitaal op via een levensverzekering. U ontvangt een belastingvermindering van 30% op de premies die u stort. Hoeveel u jaarlijks maximaal mag storten, hangt af van uw beroepsinkomen. Voor inkomstenjaar 2022 is het maximum vastgelegd op 2.350 euro. U kan aan langetermijnsparen doen zolang u wil (geen maximumleeftijd) in de vorm van een tak 21-, een tak 23 of een tak 44-oplossing.
Pensioensparen en langetermijnsparen zijn in uw belastingaangifte twee aparte fiscale korven: u kan beide dus combineren. Maar let op met langetermijnsparen als u ook een hypothecaire lening inbrengt in uw belastingen. Afhankelijk van het moment waarop u de hypothecaire lening afsloot en in welk gewest u woont, kan u de premies voor langetermijnsparen wel, niet of gedeeltelijk inbrengen. De belastingvermindering voor zowel pensioen- als langetermijnsparen geldt in principe ook alleen als u minstens 10 jaar lang spaart.
Het type product bepaalt wanneer de uitbetaling zal plaatsvinden. Een spaarverzekering heeft een eindvervaldag, meestal op de 65ste verjaardag, en wordt ofwel in één keer of met maandelijkse renten uitbetaald. Bij een pensioenspaarfonds of langetermijnsparen kan u zelf kiezen wanneer u de opname doet. Let wel: volledig belastingvrij is het kapitaal dat u via deze manier gespaard heeft, niet. U geniet aanvankelijk een mooi belastingvoordeel, maar daar staat tegenover dat u op het einde wel nog wordt belast. Als u uw kapitaal bovendien vervroegd opneemt, kan de eindbelasting ook een stuk hoger uitvallen.
Dit zijn alle inspanningen die u zelf levert om een appeltje voor de dorst aan te leggen. In tegenstelling tot de derde pijler krijgt u hiervoor geen directe belastingvoordelen. U kan wel vrij beschikken over dit kapitaal (geen voorwaarden die gelden), en hoeft niet te wachten tot uw pensioen om het op te nemen. Onder meer sparen, beleggen en investeringen in vastgoed behoren tot deze vierde pijler.
Sinds enkele jaren kan u op Mypension.be uw pensioendossier raadplegen. U vindt er niet alleen informatie en simulaties over uw wettelijk pensioen (eerste pijler), maar ook voor uw aanvullend pensioen (tweede pijler). Voor de derde en vierde pijler dient u zelf de nodige opzoekingen en berekeningen te maken.
Hoe dan ook zullen de bedragen in de eerste, tweede en derde pijler voor de meeste Belgen niet volstaan om hetzelfde levenscomfort te kunnen genieten. Daar zijn verschillende redenen voor:
Cijfers van Statbel wijzen uit dat Belgische gepensioneerden in 2020 ongeveer 20.000 euro per jaar uitgeven aan goederen en diensten. Bij huishoudens met meer dan één gezinslid bedragen de gezamenlijke uitgaven ongeveer 31.500 euro per jaar. Uiteraard zijn dit gemiddelden: als u bijvoorbeeld een eigen (afbetaalde) woning heeft, zullen de uitgaven wellicht lager uitvallen.
Heeft u een vraag voor ons? We bellen u graag op een ogenblik dat het u uitkomt.
Maak een afspraak