Even de auto van de buren lenen voor een rit naar de supermarkt, omdat u uw elektrische wagen vergat op te laden? De mobilhome van een familielid gebruiken voor een vakantie naar Italië, want u denkt erover na zelf één aan te schaffen? Of bent u bob en rijdt u met de monovolume van een vriend omdat u met uw Smart maar één persoon kan meenemen? Beroep doen op iemand anders’ wagen kan best handig zijn, maar wat met de verzekering als er iets gebeurt terwijl u achter het stuur zit?
Als u (nog) geen eigen auto heeft of uw huidige wagen is niet geschikt voor bepaalde rit, klus of vakantie, dan zijn er tal van mogelijkheden. Uiteraard kan u beginnen met sparen voor een (nieuwe) wagen. In afwachting kan u een wagen reserveren bij een verhuurbedrijf, een auto gebruiken via een deelsysteem, of… een voertuig lenen bij buren, vrienden of familie.
Bij een verhuurbedrijf of commercieel deelsysteem zijn de spelregels meestal klaar en duidelijk. In de verzekeringsvoorwaarden vindt u doorgaans (in de kleine lettertjes) terug wat mag en niet mag. En als u twijfelt, dan kan u het steeds navragen.
Als u de wagen van een bekende leent, is dat een ander paar mouwen. Want u zal geen contract met uw buurvrouw, vriend of moeder tekenen als u even naar het containerpark wil met hun wagen.
Als u de wagen niet meer dan twee keer per maand leent, dan hoeft er in principe niets geregeld te worden. De meeste verzekeraars − niet allemaal! − beschouwen u dan als een occasionele bestuurder. Dat betekent in de praktijk dat u gedekt wordt via het verzekeringscontract van de eigenaar van de wagen. Tenminste als u ouder bent dan 26 jaar, of volgens de regels van de verzekeraar voldoende rij-ervaring heeft (bij sommige verzekeraars ligt de grens nog hoger dan 26 jaar).
De vraag is natuurlijk: wat betekent maximaal 'twee keer'? Twee enkele ritten? Twee ritten heen en terug? Twee dagen per maand? Daarover bestaat geen uniforme regel, leert navraag bij Assuralia, de beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen. Die interpretatie wordt overgelaten aan het oordeel van de verzekeraar.
Als u de wagen drie keer per maand (of meer) leent zullen de meeste verzekeraars − opnieuw: niet allemaal! − u beschouwen als een regelmatige bestuurder. Dat betekent dat uw gegevens ook in de verzekeringspolis van de eigenaar opgenomen moeten zijn. In theorie betekent dat u ook als regelmatige bestuurder moet zijn geregistreerd als u bijvoorbeeld de auto in maart drie keer leent, en in september drie keer leent.
Zodra u als regelmatige bestuurder de auto leent van een familielid of bekende, dan zal de eigenaar wellicht een hogere verzekeringspremie moeten betalen. Hoeveel meer hangt onder meer van uw leeftijd en/of rij-ervaring.
Voor u dus aan het stuur gaat, stelt u zich best eerst deze vragen. Ze kunnen u en de eigenaar zich voor heel wat kopzorgen behoeden:
Ging u bij een ongeval in de fout? Dan zal de verzekeraar de schade aan de wagen van de andere partij vergoeden (dankzij de verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid). Het maakt daarbij niet uit of u een occasionele of regelmatige bestuurder bent. Heeft uw buurvrouw, vriend, moeder, … een omniumverzekering? Dan krijgt hij of zij ook de kosten aan de eigen wagen vergoed.
Dat betekent nog niet dat alle problemen daarbij van de baan zijn. In geval van een omniumverzekering wordt nog steeds de franchise afgetrokken. Heeft uw buurvrouw, vriend, moeder, … geen omnium, dan kan u verwachten dat u de factuur zal moeten betalen voor de kosten aan de eigen wagen.
Als de wagen overigens total loss is, dan krijgt de eigenaar via de omnium verzekering enkel de dagwaarde gecompenseerd (een schatting van de waarde van de auto in de conditie net voor het ongeval) min de wrakwaarde (de restwaarde van het wrak).
Bovendien zal de bonus-malusgraad na een ongeval in fout stijgen. Dat betekent dat de autoverzekering duurder wordt voor de eigenaar. Wat tot gevolg kan hebben dat u het verhoogde deel van de toekomstige premies eventueel moet vergoeden. Die kunnen elk jaar wat stijgen, want ook een autoverzekering wordt berekend op basis van de index. De eigenaar kan dus ook eisen dat u dit vergoedt. Of u een occasionele of regelmatige bestuurder bent, maakt niet uit.
Bent u betrokken bij een ongeval waarbij de andere partij in de fout ging? Dan zit u relatief safe; de verzekering van de tegenpartij vergoedt dan de schade aan de wagen die u leende. De bonus-malusgraad zal voor de eigenaar van de wagen die u leende, niet stijgen. Natuurlijk moet u nog steeds het slechte nieuws overbrengen. Minder leuk wordt het wel wanneer de auto total loss is: de verzekering van de tegenpartij zal dan enkel de dagwaarde minus de wrakwaarde vergoeden.
Raakt u gewond tijdens het ongeval? Als de eigenaar van de geleende wagen een bestuurdersverzekering heeft, dan komt deze verzekering tussen in de verzorgingskosten. Is er geen bestuurdersverzekering? Dan kan u zich alleen beroepen op de tussenkomst van uw mutualiteit. Hierdoor zal u wellicht maar een deel van de kosten kunnen recupereren. Als u bijvoorbeeld na het ongeval enkele keren naar de arts moet en geneesmiddelen moet nemen, dan zal uw mutualiteit wellicht niet alle kosten vergoeden. Een bestuurdersverzekering zal in regel ook het deel vergoeden dat u uit eigen zak betaalt. Een bestuurdersverzekering beschermt overigens niet alleen tegen lichamelijke schade, maar ook tegen mogelijk inkomensverlies bij een blijvende (of tijdelijke) arbeidsongeschiktheid, bij de noodzaak om uw woning aan te passen aan invaliditeit, …
Een bestuurdersverzekering wordt meestal aangeboden als optie bij een verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid. Als u zelf geen wagen heeft, en dus ook geen BA-verzekering, kan u als occasionele of regelmatige bestuurder bij uw verzekeraar steeds een aparte bestuurdersverzekering afsluiten.
Is de wagen verzekerd tegen diefstal, dan komt de verzekeringsmaatschappij tussen. Afhankelijk van de bepalingen in het contract krijgt de eigenaar dan een deel van de waarde van de auto terugbetaald. Is er geen diefstalverzekering, dan wacht u een vervelend gesprek met uw buurvrouw, vriend, moeder, … over wie wat zal betalen. Bij “normaal voorzichtig en zorgvuldig gedrag”, kan u wellicht niet aansprakelijk gesteld worden, leert navraag bij Assuralia. Anders is het bijvoorbeeld als u de sleutels op het slot liet. Veel hangt natuurlijk ook af of de auto nog opduikt (en in welke staat) en de dief gevat wordt.
Zolang er niets gebeurt wanneer u een wagen gebruikt van vrienden of familie, is een auto lenen een makkelijke en goedkope oplossing. Maar soms kan een eigen of nieuwe auto een pak handiger zijn. Alleen hangt daar vaak een stevig prijskaartje aan vast. Om (een deel van) de wagen te bekostigen, kan u alvast beginnen met wat geld opzij te zetten. Drie tips om sparen voor een nieuwe wagen makkelijk te laten lopen:
Heeft u een vraag voor ons? We bellen u graag op een ogenblik dat het u uitkomt.
Maak een afspraak